Als je enkele van mijn oudste vrienden zou vragen wat ik het aller-aller-engste vind om te doen, zouden ze waarschijnlijk zeggen: praten voor groepen. Best vreemd eigenlijk, aangezien praten een van de dingen is die ik het liefste doe (vraag maar aan mijn man). Maar nee, praten voor grote groepen mensen… vreselijk. Zeker als ik ze niet ken.
Ik heb deze angst voor spreken in het openbaar veelal toegeschreven aan de tijd dat ik in een ‘identiteitscrisis’ zat, zoals mijn psycholoog het had gelabeld: een periode in mijn leven waarin ik – gevoed door jeugdtrauma – geen idee had wie ik was en wat ik wilde. Maar nu ik er over nadenk, ging ik vroeger al half van mijn stokje als ik een spreekbeurt moest geven op school.
Naarmate ik ouder werd, nam het wel steeds erger vormen aan. Zodanig dat ik me bij zakelijke meetings met meer dan 3 personen zowat onder tafel wilde verstoppen zodra de voorstelronde kwam. Laat staan dat ik een video zou opnemen of – mijn ultieme gruwel – op een podium zou gaan staan. Echt, op zo’n manier praten voor een groep leek mij het engste wat ik maar kon bedenken…
Mentale paradox
Echter, er was iets geks aan de hand. Want om de een of andere reden bleef ik maar aan dat praten in het openbaar denken. Haalde ik me situaties in mijn hoofd waarin ik schitterende argumenten dropte in zakelijke meetings, woorden die iedereen van hun stoel bliezen. Hield ik spreekbeurten waarvoor ik een staande ovatie zou krijgen. En wanneer ik naar podia keek, bleef ik maar tegen mezelf vertellen dat ik het echt niet kon verkroppen dat ik daar echt nooit op zou durven staan.
Dat was zo’n paradoxaal gevoel. Aan de ene kant ging ik bijna dood van angst bij de gedachte. Aan de andere kant kon ik dat niet accepteren, dus moest ik het maar gewoon doen. Uiteindelijk, na jaren elke situatie van spreken voor groepen mensen uit de weg te zijn gegaan, besloot ik enkele maanden geleden dat het klaar was. Als de angst zo groot was, kon ik hem misschien alleen wegkrijgen door hem recht in de ogen aan te kijken.
Weg met struisvogelgedrag
En zo besloot ik dat het klaar was met mijn struisvogelgedrag. Ik begon met een eed aan mezelf om regelmatig recente inzichten te delen via Insta Stories. En dan echt met talking head, je weet wel, zo’n video waarin iemand in de camera lult. Dat was nogal wat, voor iemand die daarvoor nog nauwelijks een selfie op Instagram plaatste. Maar iets in me zei: doen.
Waar ik dit in het begin op zijn zachtst gezegd rete spannend vond, ervaarde ik al snel dat ik uit het maken en plaatsen van de video’s steeds meer lol haalde en dat de angst die ermee gepaard ging, razendsnel verdween. Ik begon in te zien dat ik het praten voor mensen vanachter een scherm eigenlijk ontzetten leuk vond en betrapte mezelf erop dat ik zelfs flarden van dromen onderschepte waarin ik op een podium stond te praten.
Nog voordat ik er erg in had, ging ik dus een stapje verder en gaf ik mezelf op voor een programma met de toepasselijke titel ‘Pak Je Podium’. Het traject van spreker en presentatiecoach Eva Brouwer waarin je 8 weken samen met andere like-minded ladies leert werken aan je online en offline zichtbaarheid. Want ja, als praten vanachter een scherm gemakkelijk wordt, hoe zou het dan zitten met praten zonder die beschermlaag ertussen?
Compleet gek. Of niet?
Nu, als je me een paar jaar geleden had verteld dat ik ooit zoiets als een Pak Je Podium zou gaan volgen, had ik je echt compleet voor gek verklaard. Ik had dan ook duizend excuses kunnen bedenken om halfslachtig met het programma mee te doen en de opdrachten met video en een praatje in het openbaar veilig te skippen.
Maar wat ik vooraf nooit had kunnen bedenken, gebeurde – eigenlijk net als met de video’s: ik ontdekte dat ik het maken van de video’s en het samenstellen van talks super leuk vond! Ja, het was oncomfortabel. Maar het plezier dat ik eruit haalde, overstemde elke denkbare vorm van angst. Reden voor mij om langzaam maar steeds zekerder meer en meer gelegenheden uit te zoeken om te oefenen met spreken in het openbaar. Op een podium met een steeds groter en minder bekend publiek. Zo sprak ik afgelopen weekend voor een groep onbekenden tijdens de terugkomdag van het Rise & Shine Programma van Aukje van Bohemian Rebels, waar ik in een volgende blogpost meer over zal vertellen. En heb ik binnenkort iets heel speciaals in de agenda staan, met een groep van 100 vrouwen! (Wat, dat blijft nog even geheim.)
Angst als indicator voor wat je wilt
Ergens zou je kunnen zeggen dat ik op dit moment compleet de masochist in mezelf aan het omarmen ben. En ja, ik ben er zeker niet vies van af en toe iets super spannends te doen, simpelweg om mezelf te testen (ijsbad, anyone?). Toch weet ik inmiddels dat er meer aan de hand is. Dat we ergens bang voor zijn, betekent namelijk niet altijd dat we het niet willen. Nee, de grootste indicator voor iets niet willen is wanneer het je niets kan schelen. We krijgen een optie gepresenteerd, denken “nee” en doen het simpelweg van de hand. No more mental space needed. De optie is direct afgedaan.
Toch maken we onszelf vaak wijs dat het ervaren van angst betekent dat we van iets weg willen. Niet gek ook, want als je ergens bang van bent, bedenkt je brein inderdaad allerlei mogelijke manieren om hier vandaan te blijven. Om jezelf veilig te houden. Zo ren je bijvoorbeeld weg wanneer je een op hol geslagen stier tegenkomt (of vecht je met hem, als je echt een waaghals bent). Een handig trucje van de natuur voor echt gevaarlijke situaties. Maar in de meeste gevallen die niets met persoonlijke veiligheid te maken hebben, heeft dit geen enkel verband met wat je niet wilt. Nee, het zegt eerder iets over wat je wel wilt.
Fear is an indicator. Fear tells us what we have to do.
The more scared we are of a work or calling, the more sure we can be that we have to do it.– Steven Pressfield, The War of Art
Vaak wanneer we ergens bang voor zijn, betekent het namelijk dat we dit zien als iets wat mogelijk binnen handbereik is. Zeker als het herhaaldelijk in je opkomt. In mijn eigen geval is er namelijk nooit iets geweest dat mij dwong om op een podium te staan. En toch dacht ik aan die ogenschijnlijk onoverkomelijke angst bij elke gelegenheid dat ik andere mensen op een podium of voor een groep zag staan.
Een dergelijke angst is dan iets dat we graag zouden willen aangaan en we daarom – evenredig hard – zouden kunnen mislopen. En dus beschermen we onszelf van de pijn die we zouden kunnen ervaren als we in ons verlangen zouden falen. Je zou zo kunnen zeggen dat de angst die je ervaart een 1:1 weerspiegeling is van de mate waarin je iets ziet als een realiseerbare optie. Is je angst voor iets heel groot en heeft dit niets met basale veiligheid te maken, dan zou het wel eens kunnen dat je stiekem ontzettend veel interesse hebt in datgene waar de angst aan gekoppeld is.
Hoe zit dat bij jou?
Heb jij een steeds terugkerende gedachte die je maar niet uit je hoofd krijgt? Een die gepaard gaat met angst, maar die je toch zeker niet naast je neer wilt leggen? Dat is de kans groot dat je juist ontzettend veel groei en plezier gaat ervaren wanneer je de situatie die gekoppeld is aan de angst, in je leven toelaat!
Heb je nu iets in gedachten? Kijk die angst dan eens recht in de ogen aan en probeer of je de motivatie achter de angst bloot kunt leggen. Is de angst daarna nog zo groot? Of kan je een eerste (veilige) stap zetten?